mei 27, 2024

Een gezond team… versterk de verbinding

Een check-in voorafgaand aan een werkoverleg is belangrijk voor het bevorderen van teamverbinding, betrokkenheid, het versterken van gezamenlijkheid, het creëren van een veilige ruimte en het verbeteren van de efficiëntie van het overleg. Het geeft iedereen de ruimte om iets te zeggen en te focussen op de bedoeling van het overleg. Oftewel te delen en dumpen: je zegt wat je wil zeggen, niet meer of minder en niemand stelt vragen.

Hier zijn enkele suggesties:

  1. Welke 3 woorden zeggen iets over hoe jij je op dit moment voelt?
  2. Hoe zit jij er op dit moment bij qua energie?
  3. Hoe voel je je nu uitgedrukt in een getal?
  4. Wat heb je nodig om volledig deel te nemen aan dit overleg?
  5. Wat houdt jou op dit moment het meest bezig in jouw werk?
  6. Welke spanningen voel je momenteel in het team?
  7. Welke vraag leeft er op dit moment bij jou?
  8. Wat heeft je vanmorgen verrast?
  9. Waar ben je trots op in je werk? Welke successen wil je delen?
  10. Is er iets waar we vandaag rekening mee kunnen houden?

Begin zelf

De persoon die verantwoordelijk is voor het leiden van het werkoverleg begint altijd zelf. Dit helpt om de richting van de bijeenkomst te bepalen en geeft aan hoelang of kort het kan duren. Daarna blijft hij of zij stil en wacht je tot de volgende persoon het over neemt. Tijdens alle bijdragen luistert je neutraal en met interesse, legt verbanden tussen wat er gezegd wordt. Aan het einde geef je een terugkoppeling van de belangrijkste onderwerpen die besproken zijn, zonder oordeel.

(In)formeel contact

Zeker als een team al langer samenwerkt, ontstaat vaak het beeld ‘oh, wij kennen elkaar al!’. Juist door elkaar op persoonlijk niveau beter te leren kennen, is het op de inhoud vervolgens makkelijker samenwerken. En je bouwt even tijd in om het over iets anders te hebben dan werk, want dat is ook belangrijk! De ervaring leert dat je daarna een stuk sneller door het werkoverleg heen vliegt.

  1. Wat niemand van mij weet…
  2. Wat wilde je later worden toen je vroeger klein was?
  3. Als je een dier zou zijn, welk dier is dat dan en waarom?

Variatie

…of je van iedereen iets wilt horen of eerst in 2 of 3 tallen sparren over de vraag.

…of stel je 1 of meerdere vragen of zelfs zonder vraag maar met bijvoorbeeld 1 minuut spreektijd.

…of iedereen staat in een grote kring. Je stapt naar voren om de vraag te beantwoorden.

…of gebruik een kaarten set met foto’s of vragen bv: Rake vragen van Siets Bakker, Olifant in de kamer van Firijn of associatiekaarten van Stormpunt.

…of kies een object, tekst, muziek om daarbij een verhaal te vertellen of die aansluit bij het doel van het overleg.

Facebook
LinkedIn
WhatsApp